1. In de verkeerde rij staan bij zo’n tolpoortje en dat alle auto’s achter je geïrriteerd toeterend in de achteruit moeten.
2. Dat de motor afslaat bij ’n hellingproef en dan ’t moment van opnieuw starten, gas geven, handrem eraf en toch naar beneden rollen.
Mijn vakantiehorrorscenario’s.
Vijf jaar geleden vertrok ik naar Frankrijk-Carcassonne voor een schrijfweek.
Alles ging goed. Ik hoefde nog maar 1 heuvel en kon het centrum zien liggen.
Totdat mijn auto zich halverwege die heuvel bedacht.
Hart in m’n keel, droge mond, overal zweten.
Wat ik ook deed, mijn auto deed niks.
Er bleef maar één ding over:
in de vrij terug rollen, inclusief een bocht in de achteruit om niet ergens in een vallei te belanden.
Met ’t zweet in m’n handen, hartkloppingen en samengeknepen billen, deed ik de handrem er langzaam af.
Voetje bij de rem. In mezelf pratend dat ’t goed zou komen.
Nee, ik rolde niet met auto en al een vallei in.
Wel nam ik ’n nieuwe aanloop, in de 1e versnelling, dot gas erop en lanceerde de auto zo de heuvel op.
Wat een les in laatste hobbels nemen, loslaten, overgave en opnieuw proberen.
Soms moet je een stapje terug doen om de situatie te overzien.
Herijken.
Moed verzamelen.
En weer gáán.
Zetje nodig?
Doe ik graag 🙂
Ps. Tolpoortjes: niks aan de hand.